Dit jaar is het precies 100 jaar geleden dat het Europese continent werd geteisterd door de ergste droogte van de 20ste eeuw. De droogte was langdurig en bijzonder wijdverbreid over een groot deel van Europa en had grote gevolgen voor de samenleving. Ze besloeg ook het Russische Wolga-bekken en het Oeralgebergte waar ze naast de politieke omwentelingen mede verantwoordelijk was voor de Russische Hongersnood (1921-1922).
Europees consortium bestudeert de droogte
In het kader van het Europese project INDECIS hebben onderzoekers van het KMI deelgenomen aan een grootschalig onderzoek over de Grote Droogte van 1921. De studie legt onder andere nieuwe beschikbare meteorologische metingen van neerslag en temperatuur naast de toenmalige berichtgeving in de media over de impact van droogte over Europa. De onderzoeksresultaten zijn recent verschenen in het tijdschrift "Climate of the Past Discussions". Een reconstructie van de neerslag en de temperatuur van 1920 en 1921 werd mogelijk gemaakt door het samenbrengen van weergegevens door de Europese weerinstituten in ECA&D, een grote databank van Europese waarnemingen die teruggaan tot 1950. Voor deze studie werd deze databank uitgebreid voor de periode 1920-1921. Het Europese consortium was nodig aangezien meteorologische waarnemingen ouder dan 1950 tamelijk schaars zijn. Verder werden de waarnemingen aan talrijke kwaliteitscontroles onderworpen.
De Grote Droogte begon reeds in de herfst van 1920, was op zijn sterkst tijdens de lente en de zomer van 1921, en eindigde pas op het einde van 1921. Hoewel de ruimtelijke omvang strekte van Ierland tot Oekraïne, werd de as Brussel-Parijs-Lyon extra hard getroffen. Het grote neerslagtekort was een gevolg van een laag aantal neerslagdagen dat werd veroorzaakt door een aanhoudend hogedrukgebied over Groot-Brittannië. Om een idee te krijgen van andere hydrologische aspecten zoals lage debieten en waterstanden werd in deze studie de verdamping over het Seine-bekken gereconstrueerd en werd er vastgesteld dat de (potentiële) verdamping tot twee maal hoger lag dan normaal. De droogte ging ook gepaard met een Europese hittegolf op het einde van juli waarbij de warmste dag behoort tot de top 5 van gemeten warmste dagen (periode 1920-2019) in grote delen van Europa. Desondanks was de julimaand van 1921 gemiddeld niet bijzonder warm.
Grote maatschappelijke impact
Om de maatschappelijke impact van de droogte te staven werden krantenknipsels verzameld voor vijf landen. Voor België werd de krant De Standaard (bekomen via het online archief van de Koninklijke Bibliotheek van België) gebruikt. Hieruit bleek dat hoofdzakelijk watervoorziening, landbouw en veeteelt enorm veel hadden geleden onder de droogte, en dat hier bovenop in Centraal Europa veel bosbranden werden gerapporteerd, vooral op het einde van de zomer. Men kreeg ook te maken met lage waterstanden in rivieren en er werden vooral in België en Duitsland veel problemen met de binnenscheepvaart gesignaleerd.
Bovenstaande figuur toont een tijdlijn met zowel de temperatuur en de neerslag in Ukkel, als het aantal droogte-gerelateerde berichtgevingen voor het jaar 1921. De uitzonderlijkheid van de situatie werd reeds op 28 Augustus 1921 erkend (De Standaard):
"Het is de merkwaardigste ononderbroken droogte, waargenomen sedert den aanvang der regelmatige meteorologische waarnemingen (1833). Oordelend volgens de inlichtingen die wij in historische oorkonden geput hebben, moet men tot de jaren 1719 en 1684 opklimmen, om melding te vinden van eene droogte vergelijkbaar met deze, welke wij thans doorstaan."
De impact van de droogte op land- en tuinbouw in België was verregaand. De oogst van vlas, fruit, haver, klaver, hop, aardappel en witlof mislukte bijna volledig. Het graan werd te klein voor bloem maar werd als hooi gebruikt. Desondanks was hooi voor de dieren schaars en duur. Vele fruitbomen stierven met grote gevolgen voor de daarop volgende jaren en weilanden lager er verschroeid bij tegen het einde van de zomer. Dit alles leidde tot erg hoge voedselprijzen.
Eind juli en begin augustus 1921 veroorzaakte de combinatie van hitte en droogte veld-, bos- en heidebranden, niet alleen in de Kempen (Kalmthout-Stabroek-Putte, Poppel, Postel) maar ook in Oost-Vlaanderen (Warande Wetteren), West-Vlaanderen (Ingelmunster), Brussel (Anderlecht), Luik (Elsenborn, Hoei) en Namen (Montignies-sur-Meuse). Veel branden werden veroorzaakt door vonken van passerende stoomtreinen. De Maas was gedeeltelijk onbevaarbaar en was plaatselijk volledig droog of doorwaadbaar. Watervoorziening was een groot probleem en drinkwater werd soms gerantsoeneerd terwijl watergebruik voor bepaalde doeleinden werd verboden, zelfs tot in oktober 1921 te Brussel.
Droogste jaar van de 20ste eeuw
Hoewel 1921 te boek staat als het droogste jaar van de 20ste eeuw, waren ook 1953-1954, 1959-1960 en 1976 extreem droge jaren voor het Europese continent en ver daarbuiten. Om de droogte van 1921 in perspectief te plaatsen tonen we hieronder een grafiek die de sterkte van een Europese droogte uitzet als functie van de grootte van het getroffen gebied. Hierbij werden enkel droogtes na 1950 in rekening gebracht omdat er vanaf dan een grote hoeveelheid betrouwbare meteorologische gegevens beschikbaar zijn om droogte nauwkeurig weer te kunnen geven. Uit de grafiek blijkt dat de droogte van 1921 de andere droge jaren ver achter zich laat, en dat het jaar 2018 minder extreem is dan de ergste droogtes uit de 20ste eeuw.
Voor Ukkel tonen we in de grafiek hieronder de droogte-index die gebaseerd is op de 12-maandelijkse neerslag, voor de periode 1900-2020. Een positieve waarde geeft een natte periode aan, en een negatieve waarde wijst op een droge periode. Ook hier komt 1921 verreweg als droogste jaar naar voren, en wordt ze gevolgd door de droogtes van 1996, de jaren vijftig (1949, 1953-1954, 1956, 1959-1960) en 1976. De meest recente droogtes van 2017 en 2018 waren behoorlijk intens, maar niet in dezelfde mate als de grootste droogtes van de 20ste eeuw. Hoewel het jaar 2020 zeer droog was in de lente en in de zomermaanden, was ze op jaarbasis niet uitzonderlijk droog.
Tot slot sommen we hierbij nog enkele bijzondere gebeurtenissen op van het jaar 1921 voor Ukkel (de normaalwaarden voor neerslag werden berekend voor de periode 1901-2000):
30-04-1921 | Dit is de laatste van 21 neerslagloze dagen in Ukkel. |
31-07-1921 | In Ukkel viel er afgelopen maand slechts 5,9 mm neerslag (normaal: 79,3 mm). Dit is de laagste waarde van de eeuw voor de maand juli. |
31-08-1921 | De afgelopen zomer was de droogste van de eeuw in Ukkel: in totaal werd in de laatste drie maanden maar 42,9 mm neerslag gemeten (normaal 216,6 mm). België lijdt al een jaar onder een ernstig neerslagtekort. Een duidelijk bewijs hiervan is de zeer lage waterstand aan de stuwdam van de Gileppe (Jalhay). Deze droge periode zal tot oktober blijven duren. |
21-10-1921 | Tussen 19 september en 21 oktober valt er slechts 5,0 mm neerslag in Ukkel. |
30-11-1921 | De voorbije herfst telden we in Ukkel het laagste aantal neerslagdagen van de eeuw. Het waren er maar 27 (normaal: 52,1 dagen). |
31-12-1921 | Afgelopen jaar telde met 153 dagen het minste aantal neerslagdagen van deze eeuw (normaal: 207,2 dagen). Het was het droogste jaar van de eeuw met een totale neerslaghoeveelheid van 406,4 mm (normaal: 804,8 mm). |