Nieuwsbrief

De KMI-radar detecteert opstijgende trekvogels bij zonsopgang

Sinds de voorbije zomer levert het KMI aan de Belgische luchtmacht een real-time schatting van het aantal vogels dat in de atmosfeer aanwezig is, en dit op basis van de weerradargegevens. Een weerradar kan namelijk niet alleen neerslag meten, maar is ook gevoelig voor het aantal vogels in het luchtruim. Doorgaans zijn er in de atmosfeer echter te weinig vogels aanwezig om een duidelijk signaal te kunnen geven. Enkel tijdens de periodes van intense vogeltrek is er een sterk vogelsignaal te merken in de radardata.
 

Bij operationele beelden zoals deze die men op de KMI-website kan zien, wordt dit vogelsignaal netjes weggefilterd. Maar voor bepaalde toepassingen is men echter net wel geïnteresseerd in deze informatie. Zo is er bijvoorbeeld een studiedomein in de biologie, met name de aeroëcologie, die zich o.a. bezighoudt met het bestuderen van het vogelsignaal in de radargegevens.
Daarnaast wordt deze informatie ook gebruikt door de luchtvaartsector, zowel de burgerlijke als de militaire, bij de vluchtplanning om potentiële botsingen tussen vliegtuigen en vogels te vermijden.

Begin oktober is traditioneel een periode met intense vogeltrek. Ons land ligt op een belangrijk traject van de vogels die vanuit Scandinavië naar het zuiden migreren. Het is opvallend dat de vogels de meest ideale weersomstandigheden afwachten om aan hun reis te beginnen of die verder te zetten. De windrichting, de windsnelheid, de zichtbaarheid en de temperatuur spelen hierbij een cruciale rol. Daarnaast is er ook een opvallend verschil tussen de vogelsoorten die verkiezen om 's nachts te vliegen en soorten die eerder dagtrekkers zijn.

Op de figuren ziet men hoeveel vogels er zich in de atmosfeer voortbewegen. De bovenste figuur geeft telkens de vogeldensiteit aan in functie van de tijd (x-as) en de hoogte (y-as). Hoe donkerder de kleur, hoe meer vogels er in de atmosfeer aanwezig zijn. De onderste figuur geeft het totaal weer van het aantal vogels die zich per km2 in de lucht bevinden. Aan de grijze achtergrond zie je wanneer het precies nacht is.

Figuur 1: De vogeldensiteit (bovenaan) en het totaal aantal vogels (onderaan) gemeten met de radar van Wideumont voor de periode 07/10/2015 van 23 uur lokale tijd tot 09/10/2015 11u.30 lokale tijd. Op de figuren ziet men dat er zowel nachttrek als dagtrek is. Vogels wachten de ideale omstandigheden af om hun reis verder te zetten en zoeken dan de ideale trekhoogte op.

Figuur 1: De vogeldensiteit (bovenaan) en het totaal aantal vogels (onderaan) gemeten met de radar van Wideumont voor de periode 07/10/2015 van 23 uur lokale tijd tot 09/10/2015 11u.30 lokale tijd. Op de figuren ziet men dat er zowel nachttrek als dagtrek is. Vogels wachten de ideale omstandigheden af om hun reis verder te zetten en zoeken dan de ideale trekhoogte op.

Figuur 2: Dezelfde inhoud als deze van figuur 1 maar voor de radar van Zaventem. In deze regio trekken de vogels duidelijk lager bij het aardoppervlak.

Figuur 2: Dezelfde inhoud als deze van figuur 1 maar voor de radar van Zaventem. In deze regio trekken de vogels duidelijk lager bij het aardoppervlak.

Opvallend in deze figuren zijn de dubbele pieken bij het begin en op het eind van de nacht. De eerste piek geeft het vertrek weer van de nachttrekkers. Deze nachttrek gaat zowat de hele nacht door. Rond zonsopgang is er een tweede piek die het vertrek van de dagtrekkers markeert. Zij zoeken eerst de ideale hoogte op, om dan op dezelfde hoogte verder te trekken.

Door de hoge tijdsresolutie van de Belgische radars kan men het verloop van de vogeltrek nauwkeurig in kaart brengen.
Het KMI geeft deze data door aan de Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen en aan de Universiteit van Amsterdam voor verder wetenschappelijk onderzoek.

Cookies opgeslagen