Nieuwsbrief
KMI en BIPT werken samen voor het opsporen van radarstoringen
Radarbeelden kunnen verstoord worden door zenders die gebruik maken van dezelfde frequentieband als de radar (rond 5GHz). Vaak zijn het krachtige wifizenders die zorgen voor een draadloze verbinding tussen twee punten, bijvoorbeeld op een camping wanneer de campinguitbater een draadloos internet wil aanbieden aan zijn gasten, of in een bedrijf dat meerdere van zijn gebouwen via een draadloos internet wil verbinden. In principe is er een stuk van het elektromagnetische spectrum rond 5 GHz voorbehouden voor weerradars. Een wifizender moet de frequentieband waarin hij werkzaam is continu onderzoeken of er geen weerradar van dezelfde frequentie gebruik maakt. Als dit het geval is, moet de wifizender zijn frequentie aanpassen door middel van een dynamische frequentieselectie (DFS = Dynamic Frequency Selection). Helaas is het zo dat soms toestellen opduiken die dit niet doen, bijvoorbeeld door een defect, een foute configuratie of omdat het product niet conform is aan de Belgische wetgeving. Deze zenders worden opgepikt door weerradars, met een storing tot gevolg. De storingen zijn moeilijk te filteren, en daarom kunnen ze ook opduiken in afgeleide applicaties, zoals de specifieke weerapp van het KMI op een smartphone.
Deze storingen worden gemeld aan het BIPT, het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie. Het is de instantie die onder andere bevoegd is voor het correct gebruik van het radiospectrum in België. Bij ontvangst van een melding van storing gaan speciale teams van het BIPT op zoek naar de locatie en de eigenaar van de niet-conforme zender. Ze gebruiken daarvoor een meetwagen die is uitgerust met geavanceerd detectiemateriaal.
De controledienst van het BIPT heeft in overleg met het radarteam van het KMI beslist om beter informatie uit te wisselen, en om een actieplan op te stellen om ongewenste stoorzenders in de toekomst op te sporen.